Afscheid van de Kamer

Gisteren heb ik officieel afscheid genomen van de Tweede Kamer.  Hier vind je mijn afscheidsbrief aan de Kamervoorzitter en daaronder de speech die Gerdi Verbeet bij mijn afscheid hield.

Amsterdam 28 augustus 2008

Beste voorzitter, beste Gerdi,

De eerste helft van 2008 schreef ik tussen het kamerwerk door het boek “Klimaatactivist in de politiek”. Het boek is een pleidooi om snel tot een effectieve aanpak van de klimaatcrisis te komen. Daarvoor zijn, zo analyseer ik, ingrijpende politieke maatregelen nodig. Evenzeer vraagt de klimaatcrisis om een brede, open, in de maatschappij gewortelde klimaatbeweging.

Ik beschrijf in het boek hoe deze klimaatbeweging vorm zou moeten krijgen  Ik doe dat mede aan de hand van mijn eigen politieke biografie: van actievoerder tot overtuigd parlementariër.

Naar mijn vaste overtuiging heeft een politicus de plicht zich te verantwoorden over zijn oude én zijn nieuwe inzichten – over de ontwikkeling in zijn denken. En niet na zijn pensioen, maar permanent.

De maatschappelijke tegenstellingen in de jaren tachtig waren scherp. Het engagement was groot. Er was bij velen een besef dat het mogelijk was samen de maatschappij te veranderen. Dat was positief en het is een gevoel dat we nu weer dringend nodig hebben, willen we de klimaatverandering kunnen stoppen. Maar ik wilde in het boek ook de negatieve ervaringen uit de jaren tachtig beschrijven. Om duidelijk te maken waarom ik er steeds meer voor koos binnen de kaders van de rechtstaat actie te voeren, en waarom ik mij meer en meer op beïnvloeding van het parlement ging richten.

De aankondiging van mijn boek ontketende direct een enorme maatschappelijke discussie over de jaren tachtig. Het debat werd scherp gevoerd. Ik moest me iedere dag weer over nog meer acties in de jaren tachtig verantwoorden, ook acties waaraan ik part noch deel had gehad of waartegen ik me destijds al had gekeerd. De rust en ruimte voor een adequate verantwoording ontbrak steeds meer, iedere nuance was zoek.

De discussie over mijn rol in de jaren tachtig dreigde mijn functioneren in de Kamer te gaan overschaduwen. Een Kamerlid moet onbelast en vrij kunnen werken. Dat werd voor mij steeds lastiger. Op dat moment past  terugtreden, hoe spijtig dat ook is. Daarom biedt ik U mijn ontslag aan met ingang van 3 september 2008.

Er wordt wel gezegd dat voor iemand met mijn politieke biografie geen plaats kan zijn in de volksvertegenwoordiging. Ik vind dat een erg onverstandige opvatting. Ik meen nu juist dat het de kracht is van onze parlementaire democratie en onze rechtstaat is dat zij mensen nieuwe kansen biedt – integreert in plaats van uitsluit. Juist het open karakter van het Nederlandse politieke systeem heeft mij tot een vurig aanhanger ervan gemaakt.

Tot slot wil ik alle collega’s hartelijke danken voor de prettige samenwerking en zeg ik uit de grond van mijn hart tegen alle medewerkers van de Tweede Kamer: jullie werk is van onschatbare waarde en spreek ik mijn grote dank uit voor alle geboden ondersteuning.

Met vriendelijke groet,

Wijnand Duyvendak

 

Speech Kamervoorzitter Gerdi Verbeet bij het afscheid van Wijnand Duyvendak op dinsdag 2 september 2008

De publiciteit en commotie rond uw boek ‘Klimaatactivist in de politiek’ hebben u ertoe gebracht vroegtijdig uw Kamerlidmaatschap  neer te leggen. U bent tot de conclusie gekomen dat de verantwoording die u moet afleggen voor uw acties in de jaren tachtig niet zijn te verenigen met het Kamerlidmaatschap en dat deze verantwoording alleen kan plaatsvinden na terugtreden uit de Kamer. Op 14 augustus jl. hebt u aangekondigd de Kamer te verlaten.
Ik vind het spijtig dat u tot deze conclusie hebt moeten komen, maar ik heb respect voor uw besluit.

U hebt op de kop af 2294 dagen (vanaf 23 mei 2002, bijna zes en een half jaar) in de Kamer gezeten. Bij uw maidenspeech op 27 juni 2002 over de  milieuwethandhaving merkte Minister Pronk destijds op dat deze maidenspeech de meest constructieve was die hij ooit van een lid van GroenLinks had mogen horen.

U hebt zich in de afgelopen zes jaar met veel onderwerpen bezig gehouden: milieu- en klimaatbeleid, energiebeleid, ruimtelijke ordening, bestuurlijke vernieuwing en verkeer en waterstaat.
Op deze onderwerpen hebt u stevig oppositie gevoerd, initiatieven genomen en met passie en op basis van inhoudelijke deskundigheid en betrokkenheid gedebatteerd.

Uw scherpe toon is nooit ten koste gegaan van uw respect voor uw opponenten. U voer een eigen koers, maar was ook bereid steun bij anderen te zoeken en compromissen te sluiten.
U was zeer actief in de discussies over de ruimtelijke inrichting van Nederland in het kader van de Nota Ruimte.  Op het terrein van milieu hebt u zich beziggehouden met tal van onderwerpen. Maar het onderwerp dat u het meest aan het hart gaat is de klimaatverandering. Binnen de commissie VROM was u nauw betrokken bij het in opdracht van de Kamer tot stand gekomen onderzoek naar de klimaatverandering. In vele debatten hebt u met verve gestreden voor een ambitieuzer klimaatbeleid.

Behalve dat u goed was in het stellen van kritische vragen kwam u ook met een aantal initiatiefnota’s en –wetsvoorstellen. Recentelijk nog diende u een initiatiefwetsvoorstel in over het beperken van emissies van broeikasgassen door kolengestookte energiecentrales.

U hebt in 2002 voor het parlementaire werk gekozen om met vreedzame middelen in een politieke gemeenschap een doorbraak probeert te bereiken. Nu ruim zes jaar later constateer ik dat u de parlementaire instrumenten ten volle en met overgave hebt benut. Hierbij was u altijd kritisch over de positie van de Kamer versus de regering. Menig maal hebt u gevraagd waar de Kamer eigenlijk geacht werd mee in te stemmen en menigmaal hebt u gepleit voor een betere informatievoorziening.
U hebt gezegd dat u de strijd tegen de klimaatverandering zult blijven voeren en dat u van buiten de Kamer zult blijven proberen de politieke besluitvorming te beïnvloeden. Zelf zei u: “ik geef mijn zetel op, maar meer ook niet!”

Ik wens u hierbij alle succes. Wijnand, het ga je goed!