Een van de vaste gebruiken bij VN-toppen is dat vertegenwoordigers van alle deelnemende landen in de grote plenaire zaal een toespraak van pakweg 2 minuten houden. Dat gaat alle 3 van de laatste dagen van de conferentie door. Het begint met de president van het gastland, dan de secrataris-genraal van de VN, en zo verder. Ad Melkert dook op nog, die heeft immers ook een hoge VN-functie. Wat een saaie, levenloze en ambtelijke toespraak hield hij! Plichtmatiger kon het niet. Wat later woensdag was ook minister Cramer aan de beurt. Ik vond het haar beste optreden tot nu toe. Straight de zaal in, helder politiek, ambitieus in de politieke doelen. Ze was een van de weinige sprekers waarvan de toespraak door applaus werd onderbroken. Een heel andere toon dan we vorige week nog van haar in sommige interviews hoorden. Toen zei ze al tevreden te zijn als er na afloop een “afspraak was om verder te spreken”.
Ik hoop dat Nederland deze lijn binnen de EU vasthoudt. Want tot nu toe was de Nederlandse inbreng in de onderhandelingen niet indrukwekkend, zo is mijn beeld na gesprekken met een heleboel mensen van Nederlandse en buitenlandse NGO’s op de eerste hele dag dat ik hier was.
Ik weet niet precies van hoeveel landen ik de plenaire teospraken gehoord heb, het zullen er twintig of dertig geweest zijn. Treffend blijkt dan hoeveel er veranderd is de laatste 5 jaar. Over de hele breedte zijn toon en inhoud zijn veel scherper geworden, is het gevoel van urgentie enorm toegenomen, en is ook de kennis van het probleem is veel groter. Beslissend voor deze politieke klimaatverandering zijn de wetenschappelijke studies van het IPCC over oorzaken en effect van de klimaatverandering. Deze zijn alarmerend én onweerlegbaar. Tweede oorzaak is van de verandering in toon én inhoud is dat de daadwerkelijke klimaatverandering, zoals vooral ontwikkelingslanden die aan den lijve ondervinden. De klimaatcrisis is geen ver weg in de toekomst probleem meer – hij is er nu en treft vooral die mensen, die er het minst verantwoordelijk voor zijn. Het is een verdelingsvraagstuk bij uitstek geworden. Het optreden van al deze effecten is veel sneller gegaan dan iedereen een paar jaar geleden nog voor mogelijk hield. Opmerkelijk is ook hoeveel ontwikkelingsorganisaties er nu zijn hier, net als ministers van ontwikkelingssamenwerking. Vroeger kwam alleen de milieuwereld.
Het is echt heel moeilijk te zeggen of het veel grotere probleembesef ook gaat leiden tot een productief akkoord. Want niet alleen het probleembesef is toegenomen, eveneens is veel duidelijker geworden hoe scherp de emissies moeten dalen, en hoeveel inspanning daar voor nodig is. Dat vraagt moed en lef van de politieke leiders die hier nu zijn.
Hèt cruciale onderhandelingsissue is natuurlijk de hoogte van de vast te leggen CO2-reducties en de verdeling ervan dus de rijke landen en de ontwikkelingslanden. Daarover moet nu een raamakkoord bereikt worden. Dan hebben we de komende twee jaar om dit uit te werken in allerlei instrumenten, regels, en financieringsmechanismen en kan er in Kopenhagen 2009 een afsluitend akkoord gesloten worden. Komt het raamakkoord er niet, dan kan het komende jaar niet dooronderhandeld worden over deze conrete uitwerking en komen we steeds meer in een onmogelijke tijdsklem. Het voorstel wat de uitkomst moet zijn ligt op tafel: 25-40 procent reducties voor de rijke landen in 2020 en voor de ontwikkelingslanden “measurable actions”. Pas zaterdagochtend vroeg weten we denk ik of dit het ook wordt. In de onderhandelingen is het nu een beetje ‘alle helpers weg’. Van een enorm groot onderhandelingscircus over heel veel schijven, is het proces nu teruggebracht tot een beperkt aantal ministers die er onderling uit moeten komen. Ook maar een paar ministers uit de EU zijn nog direct betrokken. Nederland zit daar niet bij.
Iedereen verblijft hier samen in een enorm ‘resort’: een superdeluxe (of: decadent) vakantieparadijs van aan elkaar geschakelde hotels pal aan het strand, inclusief conferentiecentrum. We zijn hier eigenlijk helemaal niet in Indonesië, of op Bali, maar in een ‘klimaatonderhandelingsland’. Met een eigen taal, eigen gebruiken, en een eigen ritme. Op deze paar vierkante kilomter zijn wel mensen uit echt alle landen van de wereld. Dat blijft bijzonder. Inspirerend is ook milieu-activisten overal vandaan te spreken. Ik doe veel ideeën en verhalen op. Eén grote ontmoetingsplaats.
Straks hebben we een uitgebreid overleg met minister Cramer en de Nederlandse delegatie. Dan overleg ik met Nederlandse milieuorganisaties. Later in de middag gaan we met de Vogelbescherming, die in Indonesië zeer actief is, kijken op Bali wat klimaatverandering met de natuur hier doet (eindelijk ook even het resort uit). Vanavond schijnt Al Gore langs te komen. Medaille van de nobelprijs om de nek.