– Trouw 21-06-2013 –
Grote volksopstanden verrassen altijd. In Brazilië weten ze dezer dagen niet wat ze meemaken. De massale demonstratie in Istanbul kwamen uit de lucht vallen. Niemand zag de grote demonstraties in de Turkije of Egypte aankomen. Zoals eind jaren tachtig de volksopstanden in Oost Europa, die uiteindelijk leidden tot de val van de muur, ook door geen enkele deskundige voorzien werden. En schreef kort voor de grote opstanden in mei ’68 in Parijs een gerenommeerd Frans tijdschrift niet over de enorme passiviteit van de nieuwe generatie? Zoals economen keer op keer een onvoldoende halen bij het voorspellen van de economische conjunctuur, zo kunnen sociologen en politicologen de nieuwe maatschappelijke dynamiek slecht voorzien.
Premier Erdogan verwijt Facebook en Twitter de protesten op gang te hebben gebracht en laat mensen die enthousiast over de demonstraties twitterden arresteren. Facebook kreeg eerder al de eer de massale demonstraties op het Tahirplein mogelijk gemaakt te hebben. Onzin. Meer dan nuttige hulpmiddelen zijn de sociale media niet, net zoals vroeger een stencilmachine handig was. Het is niet een elektronische kettingreactie die de grote groepen mensen op de been brengt maar een mentale, politieke, kettingreactie; een explosieve cocktail van grote hoop en gefnuikte verwachtingen. En het besef niet alleen te staan doet de rest. Hard politiekoptreden gooit alleen maar olie op het vuur. De aanleiding kan futiel zijn, zoals de verhoging van de buskaartjes in Sao Paolo, of de sloop van een parkje in Istanbul.
Iedere opstand vertelt zijn eigen verhaal. De aspiraties van de demonstranten in Leipzig in november 1989 zijn niet te vergelijken met de wensen van de jongeren die afgelopen weken in Ankara de straat opgingen.
Maar het kan ook interessant zijn naar parallellen te zoeken.
De Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama vergeleek de Arabische opstanden met de Europese revoluties in 1848, toen de eerste stappen op weg naar democratie en rechtstaat gezet werden. Zo liet hij ook zien hoe ingewikkeld en langdurig de weg kan zijn naar krachtige democratische instituties en een breed gedragen democratische mentaliteit.
Een aantal overeenkomsten tussen de golf van opstanden eind jaren zestig in West Europa en de hedendaagse gebeurtenissen in Turkije en Brazilië is treffend. Er is in beide situaties sprake jongeren uit een razendsnel gegroeide middenklasse, die het protest op gang brengen. Aan de opstanden zowel in de jaren zestig, als nu in Turkije en Brazilië gaat een periode van sterke economische groei vooraf. Veel meer mensen hebben onderwijs genoten en kennis gekregen van wat er elders in de wereld gebeurt én mogelijk is. Oude banden gaan knellen, een modernere tijd klopt op de deur. Dankzij deze economische ontwikkeling zijn de maatschappelijke verhoudingen sterk veranderd. De nieuwe middenklasse wordt, steeds weer ergens anders, in haar vrijheid en in haar ambities beperkt door de oude elite. In West Europa daagden de demonstranten de autoritaire naoorlogse regenten uit, de Brazilianen vragen in hun protest nu respect van politie en waardigheid van hun bestuurders. In Turkije klinkt de roep om in vrijheid je eigen leven vorm te kunnen geven, los van geloof en traditie, en dit is op een bepaalde manier vergelijkbaar met waar in de tweede helft van de jaren zestig in Nederland voor werd gestreden.