Na uren van schorsingen hervatte de voorzitter tegen een uur de plenaire bijeenkomst op de klimaattop in Bali. Eerst moesten er excuses gemaakt worden. Gekwestste ego’s wilden aandacht. China en Pakistan voelden zich in een procedurele kwestie niet fair behandeld door de Indonesische voorzitter. Deze ging door het stof. Maar dat was niet genoeg. Excuses werden ook verlangd van de secretaris (zeg maar de dagelijkse leider van het hele proces, op de conferentie maar ook jaar in jaar uit tussen de conferenties), de Nederlander Yvo de Boer. Hij had helemaal niks met deze affaire te maken. Deze brak toen ook hij sorry zei. Hij werd emotioneel, en verliet de zaal. Iedereen toch een beetje verbijsterend achterlatend. Gevolg van tien dagen bijna zonder slaap werken en onderhandelen, en het dan even niet kunnen hebben. Toen hij later terug was werd hij enorm toegejuicht. Heel verdiend want hij is de ruggegraat van het hele proces.
Toen volgde de bespreking van het document. Het was écht spannend, want niemand wist hoe het zou gaan. Er kwam volmondige steun van de ontwikkelingslanden, steun van de EU. Tot de VS aan het woord kwam. Die zei: NEE. Gejoel, emoties. Er volgde een ijzersterk beroep van Zuid-Afrika op de VS haar standpunt te herzien. Anderen volgden hen hierin. Toen iedereen aan het woord was geweest bleek de VS alleen te staan. Ze waren druk aan het bellen (met het Witte Huis?). Ze vroegen opnieuw het woord. En nu zeiden ze JA. Ik denk dat bijna niemand dit meer had verwacht. De VS die na kracht van argumenten, pressie van de hele wereldgemeenschap alsnog omgaat. Waar eerst alles in duigen lag, was er nu weer perspectief. Het was bijzonder de wereld zo in een publiek debat, op het scherpst van de snede, stap voor stap tot overeenstemming te zien komen. Ging dat altijd maar zo.
Na afloop zag je blijdschap, maar geen euforie.
Ik denk heel terecht. Want in essentie is hier niet veel meer afgesproken dan dat er over 2 jaar een verdrag moet liggen, en is er een lijstje gemaakt met onderwerpen die daarin aan de orde moeten komen. Alle heikele kwesties zijn onopgelost en vooruitgeschoven. Er is niet voor een specifieke aanpak gekozen (het stellen van doelen zoals de EU en G77 willen, versus het afspreken van ‘inspanningen’ zoals de VS wil), en er is geen duidelijke verdeling in verantwoordelijkheid tussen de rijke landen en de ontwikkelingslanden vastgelegd (ook hier een scherp verschil van mening tussen VS – met steun van Canada, Japan en anderen – tegenover de EU en G77). Tot slot ontbreken ook heldere reductiedoelen: met hoeveel met de CO2-uitstoot terug? De zogenaamde ‘road map van Bali’ heeft nog geen richting. Dat maakt de voorbereiding van Kopenhagen 2009 zeer gecompliceerd en op alle manieren onzeker.
De strijd tegen de klimaatverandering is een, ik schreef het al eerder, race tegen de klok. Er vallen nu al slachtoffers, de natuur lijdt. Hoe langer we wachten met de noodzakelijke veranderingen, des ingrijpender deze moeten zijn en duurder ze uitpakken. En des te groter de onomkeerbare gevolgen zullen zijn. De klimaatverandering voltrekt zich in een veel hoger tempo, dat het beleid ontwikkeld wordt dat ertegen gevoerd wordt. We dreigen de race tegen de klok te verliezen.
Er leek hier rond Bali een, zoals dat is gaan heten, ‘momentum’ te zijn. Alle voorwaarden leken aanwezig om tot een echte historische doorbraak te komen. Die is uitgebleven. Alle ogen zijn nu gericht op Kopenhagen in 2009. Conclusie kan niet anders zijn, dan dat de druk nog verder moet worden opgevoerd. Binnen en buiten de VS. Maar landen zullen ook zelf nù al hun CO2 moeten reduceren. Niet wachten maar handelen. Daarvoor is ook veel druk van burgers en maatschappelijke organisaties op hun regeringen nodig, òòk in Nederland. Want zoals het er nu voorstaat zal de komende vier jaar ook in Nederland de uitstoot alleen maar stijgen