(Trouw, 25-9-09)
‘Er moet 35 miljard bezuinigd worden’, luidde de boodschap van het kabinet op Prinsjesdag. Twintig ambtelijke werkgroepen gaan op zoek gaan naar het geld. De regering riep tegelijkertijd op tot een breed maatschappelijk debat over deze megabezuinigingsoperatie. Goed idee, maar de inzet van het debat moet wel ingrijpend veranderd.
Politiek bedrijven is steeds meer de kunst van het framen van het debat. Het op Prinsjesdag gelanceerde frame is dat er moet 35 miljard bezuinigd worden omdat anders de ‘houdbaarheid’ van de financiën in gevaar komt. Het optreden van Balkenende gooide wat roet in het eten maar het kabinet is er de afgelopen week opvallend gemakkelijk in geslaagd een nieuw speelveld te definiëren voor de politieke discussies van het komende jaar. Binnen politieke partijen maar ook bij Pauw en Witteman en in de kranten zal steeds draaien om de vraag: wie vindt waar de 35 miljard? Wie kiest voor welke bezuinigingen? De framing is zo succesvol dat zelfs de hoogte van het te bezuinigingen bedrag nergens betwist wordt. De discussie is hoogstens hoe en in welk tempo we de besluitvorming erover organiseren. Over de klimaatcrisis en de noodzakelijke CO2-bezuinigingen wordt helemaal niet meer gerept. Hoe anders is dit dan in het voorjaar, toen een Green New Deal deel uitmaakte van het debat over de economische crisis.
Dit hele eenzijdige frame van het kabinet moet veranderd, hoe eerder hoe beter. Het is verspilde moeite als we het komende jaar ons maatschappelijk debat versmallen tot een discussie over waar we 35 miljard vinden om te bezuinigen. Want niet de houdbaarheid van onze financiën is ons grootste probleem, maar dat is de houdbaarheid van onze planeet. We putten de aarde in een hoog tempo uit, vervuilen de oceanen, en de klimaatcrisis loopt steeds verder uit de hand.
Het frame Prinsjesdag moet veranderd in een dubbele opdracht. Behalve de bezuinigingsdoelstelling, moet er een tweede nog belangrijker ambitie bijkomen: een gigantische beperking van de uitstoot van broeikasgassen – de CO2-bezuinigingen. Hoe kunnen we in tien jaar onze CO2-uitstoot met veertig procent verminderen? Dat is volgens wetenschappers immers nodig voor de houdbaarheid van onze beschaving op aarde. Deze ambitie moet verkend, onderzocht, geëxploreerd en bediscussieerd worden, opdat er binnen een jaar besloten kan worden hoe we deze noodzakelijke reducties kunnen bereiken. Het vraagt om een energierevolutie met ingrijpende maatschappelijke gevolgen. De twintig ambtelijke werkgroepen moeten zich net zozeer over de CO2-bezuinigen als de financiële bezuinigingen gaan buigen. Voor deze omwenteling moet steun onder bevolking gezocht worden door leidende politici. Er liggen al veel plannen voor CO2-bezuinigingen op tafel, bijvoorbeeld Green4Sure, van de milieubeweging en vakbeweging samen. De kansen zijn groot en groene werkgelegenheid ligt voor het oprapen maar deze kansen moeten wel gegrepen worden.
Op termijn is de groeiende CO2-uitstoot een nog grotere bedreiging voor onze welvaart dan ons groeiende financieringstekort. We zullen minstens zozeer rekening moeten houden met de ecologische grenzen als met de financiële mogelijkheden. Het Noordpoolijs smelt als een razende, de droogte zaait in Kenia dood en verderf. Wie dit niet ziet, steekt als een struisvogel z’n kop in het zand. Er is door het kabinet geen enkele poging gedaan de klimaatcrisis te agenderen als minstens zo belangrijk als de economische crisis. Sterker nog, minister Bos speelt publiekelijk met de gedachte om kosten in ontwikkelingslanden als gevolg van de klimaatcrisis ten laste te brengen van het bestaande ontwikkelingsbudget. De ontwikkelingslanden vragen hiervoor straks in Kopenhagen extra geld volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ en geen sigaar uit eigen doos. Minister Bos wil een rem zetten op klimaatuitgaven om eerst onze eigen financiën op orde te brengen. De rest van het kabinet laat minister Cramer doormodderen met een klimaatbeleid, waarvan al lang duidelijk is dat het geen zoden aan de dijk zet. Het kabinet is nu zelfs een werkgroep gestart die onderzoekt hoe 20 procent bezuinigd kan worden op de uitgaven aan energie- en klimaatbeleid. Het gaat in het kabinet de kant op van ‘milieu nu even niet’.
Het behalen van de CO2-bezuiniging zal bepalend moeten worden voor de manier waarop we de financiële bezuinigingen invullen. Dan liggen dus bezuinigingen op het grote asfaltprogramma van het kabinet veel meer voor de hand dan het schrappen van uitgaven voor openbaar vervoer. En dan zal snel duidelijk worden dat het zeer productief is om vervuiling meer te gaan belasten en met de opbrengsten daarvan de bruto arbeidskosten te verlagen.
De besluiten over de financiële bezuinigingen en de CO2-bezuinigingen zullen door het kabinet tegelijkertijd en in samenhang komend voorjaar genomen moeten worden. Dit maakt vanzelfsprekend de besluitvorming niet makkelijker. Maar het biedt wel de kans een groen perspectief te verbinden aan wat anders niet meer dan een kille boekhouderoperatie dreigt te worden. En dat is dan direct ook een heel wat wervender verhaal.
Wijnand Duyvendak
(Klimaatactivist en oud-Tweede Kamerlid voor GroenLinks)