– Trouw.nl 25-9-2013 –
Van de klimaatwetenschappers wordt veel te veel verwacht. Ook deze week weer, in Stockholm bij de publicatie van een nieuw rapport van het IPCC, het mondiale forum van klimaatwetenschappers. Ten onrechte worden de klimaatwetenschappers beschouwd als de scheidsrechters in het klimaatdebat. Dat is hun rol niet. De politiek, en maatschappelijke organisties, zijn aan zet om een oordeel te vellen over de bevindingen van de wetenschappers.
Ik ken nogal wat klimaatwetenschappers. Het zijn allemaal ijverige mensen, zeer betrokken bij hun eigen onderzoeksveld. Sommigen staan graag in het veld in de toendra’s in Rusland of op de Noordpool. Anderen zijn halve nerds die eindeloos werken aan statistische analyses achter hun computer van temperatuurgegevens of weerpatronen in het verleden. De onderzoekers ontcijferen de ongelooflijke complexe werking van ons klimaatsysteem, elk op hun eigen terrein. Zij proberen, zoals zovele wetenschappers, de wereld vooral beter begrijpen. Ze staan verre van de politiek.
In de jaren tachtig verdiepten wereldwijd zich nog slechts enkele honderden wetenschappers zich in het klimaatsysteem. Nu zijn dit er meer dan tienduizend. Zij zijn de afgelopen decennia het klimaatsysteem beter gaan begrijpen en hun uitspraken over de werking ervan zijn stelliger geworden, maar er blijven onzekerheden. Het is opvallend dat de hoofdlijn van de conclusies over de opwarming van de aarde de afgelopen decennia in feite niet is veranderd. De vele pogingen deze te weerleggen, hielden nooit stand in de – soms felle – wetenschappelijke discussies.
Het onderzoek van klimaatwetenschappers richt zich allengs niet meer op de vraag of broeikasgassen verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde, maar meer en meer op de vraag welke toename van broeikasgassen tot welke effecten leidt. We zien dit jaar in het verslag van het IPCC dat de gevolgen voor de temperatuur wellicht een heel klein beetje minder zullen zijn dan eerder gedacht, maar de effecten op de zeespiegelstijging juist weer behoorlijk groter.
Het grote voordeel van het IPCC is dat zij alle duizenden onderzoeken op een rij zet en er samenhangt in brengt. Absolute zekerheid is er van de klimaatwetenschappers niet te verwachten. Het IPCC wijst ons op risico’s en kansen maar ook op onzekerheden. Maar het IPCC houdt zich verre van de politiek. Zij schrijft niet voor wat er moet gebeuren.
Het is aan de politiek zelf om tot een oordeel te komen. De eerste vraag voor haar is natuurlijk: welke waarde hecht zij aan de bevinden van de klimaatwetenschappers? De vervolgvraag is: hoeveel zekerheid wenst zij voordat zij overgaat om te handelen? Het is vanzelfsprekend dat bij weinig bewijs, politici niet snel in actie zullen komen. Maar wat doe je bij een redelijke hoeveelheid bewijs, bij veel bewijs, of bij heel veel bewijs? In essentie is de vraag aan de politiek: welk risico ben je bereid te lopen?
Met deze vraag moet de politiek overigens dag in dag uit dealen. Als het om chemische bedrijven gaat, is een kleine kans op ernstige gevolgen, reden voor aangescherpte veiligheidsvoorschriften. Op economisch terrein koerst de politiek op een economische wetenschap die zeer veel moeite heeft met betrouwbare voorspellingen. De onzekerheidsmarges van het CPB zijn vele malen groter dan van de klimaatwetenschap. Maar bij gebrek aan beter vormen ze de basis voor ons kabinetsbeleid. Hier wordt de grote onzekerheid op de koop toe genomen.
Bij de klimaatverandering, en dat is mijn persoonlijke politieke oordeel, is sprake van een grote kans op ernstige gevolgen voor miljarden mensen, wanneer we in het huidige tempo fossiele brandstoffen blijven verstoken. Er zijn onzekerheidmarges maar deze zijn niet heel groot: het zou wel eens heel erg mis kunnen gaan in de loop van deze eeuw. Voor mij is dit meer dan voldoende de reden om me met veel energie in te zetten voor beperking van uitstoot van broeikasgassen. Ik vind niets doen het nemen van een onverantwoord groot risico.