Ik zit nu op een zonnig terras van het conferentieoord. Kop koffie, parasols. Allemaal goed geklede mensen. We pendelen in busjes heen en weer tussen ons hotel in het centrum en dit conferentieoord aan de rand van de stad. Van het ene geïsoleerde welvarende ‘eiland’ naar het andere. Deze eilanden van welvaart staan los van de Keniaanse realiteit. Die harde werkelijkheid zie je alleen vanuit het busje langs flitsen. Het is net een film. Gelukkig zetten organisaties als Cordaid zich in om die armoede te bestrijden. Uit de bus gaan we via alle securitychecks de beschutte conferentiewereld weer in.
De dag begint vroeg. Het is ook al vroeg warm, al hoor ik dat Nederland hier weinig voor onder doet: Fokke en Sukke krijgen zoals vaker gelijk. Mijn dag begon om 7 uur met een bespreking van de Nederlandse delegatie tijdens het ontbijt in het hotel. Ik observeer, en neem niet deel. Dat is niet de rol van Kamerlid binnen de regeringsdelegatie. Het is Van Geel die regeert, en jammer genoeg niet GroenLinks. Iedereen doet tijdens het overleg z’n best maar gaat het hier over de goede vragen? De meeste ambtenaren zijn bezig met de losse eindjes van het nu lopende Kyoto-protocol. Dat is zonder meer nuttig werk. Maar er is zoveel meer nodig.
Nu ik hier wat langer ben en meer mensen spreek, word ik steeds onrustiger. Het lukt hier niet om de grote slag te maken die nodig is. Er moet veel meer dynamiek en pressie komen. Van twee kanten. Burgers én bedrijfsleven moeten meer van zich laten horen. Ik was bijvoorbeeld blij verrast met het verhaal van de KLM die pleit voor een schonere luchtvaart. Burgers en bedrijven kunnen samen actie voeren om aandacht te vragen voor het klimaatprobleem. En ze kunnen samen werkende alternatieven ontwikkelen. Anderzijds is groen leiderschap bij regeringsleiders en ministers broodnodig. De milieuministers hier gaan het niet redden. Balkenende en Blair hebben wel een brief geschreven over het klimaat. Maar waarom zorgen ze er niet voor dat de regeringsleiders op de klimaattop van volgend jaar komen? De druk moet hoger, het niveau moet hoger. Wat kunnen we doen om wereldwijd te zorgen voor groen leiderschap? Het tegen gaan van de klimaatverandering is even belangrijk als het tegengaan van oorlogen en terrorisme. Kofi Annan zei dat gisteren terecht. Dan moet je het dus ook even sterk organiseren. Dit zou moeten resulteren in het oprichten van een Klimaatraad, vergelijkbaar met de Veiligheidsraad, met vergaande bevoegdheden.
En dan de inhoud. Nu houden de rijke landen en de armere landen elkaar in de houtgreep. Wat mij betreft moeten de rijke landen als eerste groen leiderschap tonen. Dat kan door zelf in eigen land eindelijk de vervuiling terug te dringen. We moeten van een energie-intensieve, naar een energie-arme economie. De mogelijkheden zijn er. In het boekje EKOnomie beschreven Femke Halsema en ik hoe we dat voor ons zien: Nederland als een Green Valley, met economische dynamiek én een verantwoorde omgang met natuur en milieu.
Rijke landen moeten verder fors gaan meebetalen aan duurzame ontwikkeling in ontwikkelingslanden. Hun economie, hun vervoer moet energie-arm worden. Daar moeten we hen bij gaan helpen. En het is misplaatst nu steeds met de beschuldigende vinger naar hen te wijzen. In India groeit de economie met zes procent, en de C02-uitstoot maar met 3 procent. De Chinese minister van Binnenlandse Ontwikkeling liet gisteren zien hoe ambitieus zij zijn met energiebesparing. In China is er ook op dit punt veel dynamiek. Europese leiders zouden wat minder zelfvoldaan moeten zijn. En wat meer respect hebben voor het werk van andere landen. Zeker Nederland heeft op dit moment weinig om trots op te zijn. We zijn fors gekelderd op een internationale ranglijst voor klimaatbeleid.
Ik realiseer dat wat ik hier optik op dit zonnige terras in Nairobi ambitieus mag klinken. Maar zonder grote ambities zullen we het ook echt niet redden. Laten we leren van landen die echt voorop willen lopen. Japan stelt bijvoorbeeld voortschrijdende eisen aan auto’s via het in 1998 gestarte ‘Top Runner Scheme’: steeds zet de schoonste auto de nieuwe norm. In vijf jaar tijd is het brandstofgebruik van een gemiddelde nieuwe benzineauto met 15% gedaald. In Japan is bijvoorbeeld ook een superzuinige elektrische motor ontwikkeld die 150 km/u kan rijden. Op dit filmpje zie je hem rijden
De buzz is enorm op een conferentie als deze. Er lopen duizenden mensen rond, slechts een deel is betrokken bij de echte onderhandelingen. Maar bijna iedereen wil weten wat de stand van zaken is. Om te beïnvloeden (milieuorganisaties), te verslaan (journalisten), of om de minister goed te adviseren (ambtenaren). “Heb je gehoord dat…” en “Is er nog nieuws over..”. Dat zijn de openingszinnen van bijna ieder gesprek. Vandaag kwam er ook heel interessant nieuws langs. Drie leidende Democratische senatoren hebben president Bush opgeroepen nu eindelijk een limiet te stellen aan de uitstoot van broeikasgassen. Dat goede nieuws hoorde ik van een opgetogen medewerker van Greenpeace uit de Verenigde Staten.
Hier zijn natuurlijk veel Afrikanen. De klimaatverandering staat voor hen op één lijn met honger en onderontwikkeling. Ze zien het klimaat veranderen: enerzijds veel meer droogte, anderzijds veel heftiger regen. Dat leidt tot overstromingen en grote erosie van vruchtbaar land. Op dit moment wordt het oosten van Kenia door grote overstromingen geteisterd. Honderdduizend mensen zijn op de vlucht geslagen voor het water. Toch is ook hier hoop. De Ugandese minister van milieu Jessica Eriyo zet hier alle kaarten op de jongeren – de ‘solar generation’ in haar woorden. Juist hier is behoefte aan concrete oplossingen. Zoals bijvoorbeeld de opwindbare laptop voor kinderen in ontwikkelingslanden.
De plenaire zaal is meestal maar voor een kwart gevuld. Daar maken de milieuministers allemaal een kort statement. Onze staatssecretaris Van Geel was gisteren aan de beurt, helaas hebben wij geen minister. Inmiddels zijn de meeste Europese landen geweest. Van Geel was opvallend weinig concreet en hard vergeleken met zijn collega’s. Duitsland zei bijvoorbeeld dat de EU zich vast moest leggen op een reductiepercentage van 30 procent in 2020. Hij voegde daaraan toe dat het Duitse doel hoe dan ook min 40 procent is. Dat lijkt mij hoe de volgende Nederlandse regering het ook moet doen. Anders krijgen Fokke en Sukke misschien nog een keer gelijk.